ROTTERDAM – 31 juli 2018. Portbase en FENEX werken samen met een vertegenwoordiging uit de markt aan de implementatie van een nieuwe dataservice: de losbevestiging. Met de komst van het Container Vrijgave Bericht vervalt de mogelijkheid om een vervolg aangifte in te sturen voordat een schip is afgemeerd, tenzij een voorafaangifte wordt gedaan (zie hierna). De losbevestiging van Portbase biedt een alternatief dat de voortgang in het logistieke proces waarborgt en risico’s vermindert.
Container Vrijgave Bericht
Met Container Vrijgave Bericht wil de Douane het grote aantal mismatches tussen de summiere en de opvolgende aangiften verminderen. De invoering van het Container Vrijgave Bericht vindt gefaseerd plaats. Het eerste plateau heeft betrekking op aangiften ten invoer via AGS en wordt naar verwachting in het laatste kwartaal van 2018 of het eerste kwartaal van 2019 ingevoerd. Deze maatregel houdt in dat:
- Een aangifte ten invoer geweigerd wordt indien het schip niet is afgemeerd. Een aangever kan overigens wel een voorafaangifte doen;
- Een aangifte ten invoer pas wordt geaccepteerd en vrijgegeven indien er een match wordt gemaakt met de summiere aangifte (match op voorafgaande regeling, zijnde het B/L nummer);
- Gestart wordt met afschrijving op gewicht. In deze fase wordt de aangifte ten invoer enkel afgewezen indien het gewicht in de aangifte hoger is dan het gewicht op de summiere aangifte.
Hoewel de komst zorgt voor minder fouten en lasten achteraf, heeft dit consequenties voor de snelheid van het afhandelingsproces. Daar biedt de dataservice losbevestiging van Portbase uitkomst. Een werkgroep bestaande uit Portbase, FENEX en een vertegenwoordiging uit de markt werkt de komende maanden aan de ontwikkeling en implementatie van deze nieuwe dataservice.
Losbevestiging
De aangifte ten invoer kan straks worden gedaan zodra de goederen ‘aangebracht’ kunnen worden bij de Douane. Hetzelfde geldt voor het aanbrengbericht bij een voorafaangifte, waardoor de voorafaangifte wordt omgezet in een invoeraangifte. Dit kan zijn op het moment van ‘ATA schip’ of het moment dat de container daadwerkelijk is gelost. Echter, met de ATA is nog steeds niet duidelijk of de goederen ook daadwerkelijk gelost zijn, bijvoorbeeld doordat er sprake is van een ‘cut & run’. Dit kan leiden tot het buitenwerkingstellen van aangiften en verzoeken tot teruggaaf bij de Douane. Met de nieuwe dataservice losbevestiging weten alle betrokken partijen wel precies welke goederen op welk moment gelost zijn.
Door gebruik te maken van de voorafaangifte in combinatie met de losbevestiging kunnen controles sneller uitgevoerd worden en gaan goederen sneller door het douaneproces. Stefan Verhagen, Beleidsadviseur Douanezaken van FENEX: “Door de losbevestiging als ‘trigger’ te gebruiken voor het aanbrengen hoeft er na de vooraangifte geen extra handeling meer verricht te worden door de douane-expediteur/ declarant en dat scheelt geld en tijd. Daarnaast is de kennis over het exacte losmoment van de goederen van grote waarde. FENEX adviseert bedrijven hun softwareleveranciers te informeren, zich voor te bereiden op de komst van het Container Vrijgave Bericht en vanaf dat moment gebruik te gaan maken van losbevestiging van Portbase.“
Dataservice
Met de dataservice losbevestiging voegt Portbase een nieuw soort dienstverlening toe aan haar bestaande pakket. Portbase directeur Iwan van der Wolf: “Dataservices zijn kleine brokken data uit bestaande services. De dataservice losbevestiging is onderdeel van de bestaande service Melding Lading Import en komt ook terug in de service Ladinginformatie. Door het los aanbieden van een bepaald stukje data kunnen bedrijven en hun softwareleveranciers deze data zelf implementeren in hun bestaande processen en systemen. Het ontsluiten van deze data doen we door middel van API’s op ons informatieplatform. Dit informatieplatform staat los van het Port Community System, zodat er procesonafhankelijk en zonder impact op de performance van het PCS gewerkt kan worden. Uiteraard moet er toestemming zijn van de data-eigenaar en ook daarin spelen we een rol. We blijven als beheerder van de haveninfrastructuur verantwoordelijk voor goed en veilig datagebruik.”